Familie & Opvoeding
Mijn kinderwens blijft onvervuld
1 minuten leestijd
Posted on January 08, 2019
Ik was 24 toen ik stopte ik met de pil. Na anderhalf jaar was ik nog niet zwanger, maar er werd geen oorzaak gevonden voor het uitblijven van een zwangerschap. Een paar jaar later deden we twee iui-pogingen (kunstmatige inseminatie waarbij het zaad direct in de baarmoeder ingebracht wordt, red.) die me érg zwaar vielen. Begin 2003 realiseerden we dat de liefde tussen ons ‘op’ was. We gingen scheiden. Daarna heb ik drie jaar lang een relatie gehad met een vroegere vriend van me, maar ook met hem lukte het niet om zwanger te worden. Omdat mijn kinderwens nog steeds groot bleef besloot ik me na een tijdje aan te melden voor het traject van alleenstaanden.
In die tijd leerde ik Alex kennen en al voordat wij echt een relatie kregen, bood hij aan om donor te zijn. Begin 2010 startte ik met de hormonen en met iui. De eerste twee pogingen mislukten, maar de derde was raak. Ik was zwanger, en in de zevende hemel! Met negen weken zwangerschap kreeg ik de eerste echo, maar op het beeld was alleen een leeg vruchtzakje te zien. Mijn wereld stortte in. Ik had me nooit gerealiseerd dat een miskraam zó heftig kon zijn. Alex en ik gingen zó anders om met deze miskraam dat we zelfs uit elkaar gingen. Ondertussen startte ik in de herfst van 2010 weer met iui, deze keer met onbekend donorzaad. Vier pogingen, zonder resultaat. Half februari 2011 begon ik met ivf (reageerbuisbevruchting, red.), maar ook deze poging mislukte. Langzaamaan groeiden Alex en ik steeds meer naar elkaar toe en werd onze relatie sterker dan ooit. Helaas besloot Alex na ruim drie jaar om de relatie definitief te verbreken.
Het enige wat ik kon denken was: nu kan het nóóit meer. Uiteindelijk ging ik met een homovriend opnieuw het ivf-traject in, maar ook dit leidde tot een miskraam. Daarna lukte het me niet goed om de draad weer op de pakken. Samen met mijn coach ging ik aan de slag. Ik wilde mijn geluk weer in eigen hand krijgen. En langzaamaan merkte ik dat ik me beter ging voelen. Mijn kinderloosheid maakt (mede) wie ik ben, zonder dat mijn kinderloosheid mij ‘overneemt’. Gelukkig ben ik nu gezegend met een schat van een vriend, die zelf wel kinderen heeft, en bij wie ik áltijd terecht kan met mijn verhaal; die er onvoorwaardelijk voor me is.