Gezondheid & Psyche
Ik heb een mooi leven, mét kanker
1 minuten leestijd
Posted on December 26, 2018
Steeds vaker kreeg ik last van allerlei ‘pijntjes’. Zo herinner ik me nog goed dat ik tijdens een van onze fietstochtjes ineens geen grip meer had op mijn fietsstuur. Achteraf gezien is het een van de eerste tekenen geweest. De huisarts dacht aan zweepslag in mijn tussenribspieren. Dat kon wel anderhalf tot twee jaar duren. Intussen werd de pijn steeds erger. Later zou blijken dat ik uiteindelijk als gevolg van de ziekte zeven gebroken ribben had, maar dat wisten we toen nog niet. In november 2009 werd de pijn zo erg, dat ik het soms letterlijk uitschreeuwde. Uiteindelijk stuurde de dokter me door naar het ziekenhuis, waar ik allerlei onderzoeken kreeg: foto’s, echo’s, mri-scans, puncties… noem het maar op.
De dokter stond ineens aan mijn bed en vertelde me dat ik de ziekte van Morbus Kahler had. ‘Dat betekent beenmergkanker,’ zei hij met een serieus gezicht. Ruud en ik klemden ons aan elkaar vast en konden alleen maar huilen. Ze gaven me hooguit vier tot zes jaar. Na de allereerste schrik kreeg ik al snel mijn optimisme en vechtlust terug. Ik had niet het gevoel dat ik snel dood zou gaan. Nee, ik ging voor de 25 jaar. Om mijn leven te verlengen kreeg ik chemotherapie voorgeschreven. Vier maanden lang één week chemo, drie weken rust. Gelukkig werd ik niet zo ziek van de chemo. Alleen wél kaal… Ik vond het moeilijk om afscheid te nemen van mijn prachtige, lange haar.
Na vier maanden chemotherapie waren de kankercellen grotendeels vernietigd, maar was ook het beenmerg zwaar beschadigd. Voor herstel van het beenmerg was een stamceltransplantatie nodig. Nu werd ik wél doodziek van de chemo. Niemand geloofde dat ik het zou halen, maar ik heb daar zelf nooit aan getwijfeld. Op 31 mei 2015, vijf jaar na de stamceltransplantatie, besloot ik mee te doen aan de Alpe d’HuZes. De sfeer op de berg was indrukwekkend. Inmiddels is het ruim zeven jaar geleden dat de diagnose is gesteld. Ik sta onder strenge controle en mijn prognose is en blijft slecht. Toch blijf ik positief en vol vertrouwen. Als ik de keus had, dan zou ik direct beter willen zijn. Maar, hoe dramatisch ook, ik had toch ook niets willen missen van wat we de afgelopen jaren hebben meegemaakt. Ik ben blij dat ik er nog ben en geniet van alles wat me gegeven is.