Gezondheid & Psyche
Ik zie nog maar voor twintig procent
2 minuten leestijd
Posted on May 07, 2018
Rond mijn vijftiende kreeg ik verschrikkelijk veel last van heftige hoofdpijnen. Artsen hadden geen idee waar mijn klachten vandaan kwamen. Regelmatig bleef ik een week ziek thuis en mijn schoolprestaties leden eronder. Op mijn achttiende namen mijn ouders me mee naar een opticien, om nog een keer uit te sluiten dat er iets mis was met mijn ogen. Er werden foto’s van mijn ogen gemaakt en daar was een afwijking op te zien. Uiteindelijk bleek ik de ziekte van Stargardt te hebben. Bij deze erfelijke oogziekte wordt een bepaald eiwit in de ogen niet afgevoerd, waardoor de lichtgevoelige cellen in het centrale deel van het netvlies worden aangetast.
Op dat moment zag ik nog voor tachtig procent en kon ik alles nog doen. Het ging echter snel achteruit. Twee jaar later was mijn zicht nog maar twintig procent. Mijn wereld werd met de dag kleiner, het was echt verschrikkelijk. Ik ben zo bang geweest…
Ik zie de wereld als een wazige vlek. Eigenlijk heb ik het omgekeerde van kokerzicht: alles in het centrum van mijn blikveld is vrijwel onzichtbaar, maar aan de randen zie ik alles scherp. Inmiddels is mijn zicht al een tijdje gelijk gebleven. De kans bestaat dat het in de toekomst nog verder achteruit zal gaan, maar helemáál blind zal ik gelukkig niet worden.
Mijn ziekte bepaalt ook niet álles in mijn leven. Zo liet mijn vriend zich niet afschrikken en heb ik ook een baan. Ik geef les op sportscholen. Mijn werkgever weet van mijn beperking, maar ik draaide goede lessen en dat ziet hij ook. Je ziet ook niets aan me. Ik loop niet tegen dingen op en zie het wanneer iemand oefeningen niet goed uitvoert. Ik weiger slachtoffer te zijn van mijn beperking. Natuurlijk baal ik er soms verschrikkelijk van, maar je past je aan.
Een jaar geleden raakte ik toch in een depressie. Om me heen dachten vriendinnen na over het stichten van een gezin. Of ze kochten een nieuwe auto, terwijl ik mijn rijbewijs en autosleutels al heb moeten inleveren… Dat kwam zo hard bij mij binnen. Met behulp van therapie en medicijnen kwam ik mijn depressie te boven. De afgelopen jaren waren zwaar, maar ik heb ook veel geleerd. Ik heb leren relativeren en mijn intuïtie is veel scherper geworden. Vóór mijn ziekte was ik ook egoïstischer. Ik durf wel te stellen dat ik door dit alles een mooier en gevoeliger mens ben geworden.